Het was allemaal verschrikkelijk vermoeiend. Papa en mama moesten ons steeds achterlaten bij familie. En dat vonden we heel erg, want we hadden ze al zo lang gemist toen ze in de gevangenis zaten. We huilden best hard. Dan moesten ze helemaal naar de rechtbank reizen. Mijn moeder moest daar een zwarte boerka dragen. Je zag dan alleen haar ogen. Van de rechter kregen mijn ouders steeds maar twee minuten spreektijd.
‘Dit is de dag!’
Mama vond het erg dat ze nooit de kans had gekregen om te vertellen over Jezus in de rechtbank. Daarom bad ze of God haar een mogelijkheid wilde geven. Op een dag kwam ze alleen bij de rechtbank aan. Altijd was het daar superdruk maar nu was het er leeg. Ze begon te trillen toen ze voelde dat de Heilige Geest tegen haar zei: “Dit is de dag!” En tot haar grote blijdschap liet de rechter haar spreken. Ze begon bij de schepping en de zondeval, ging via verhalen uit het Oude Testament naar het moment dat Jezus het offerlam is van God. “Dit gaf God voor onze zonden”, vertelde ze de rechter. “Jezus stierf aan het kruis en Hij stond op uit de dood.”
Mijn moeder sprak drie kwartier. Mensen liepen in en uit onder haar verhaal. Toen de secretaresse van de rechter binnenkwam, zei hij dat ze moest gaan zitten en luisteren. Toen kwam er een bewaker met een gevangene binnen en zij bleven ook luisteren. Er kwamen mensen binnen met papierwerk voor de rechter, maar die gebaarde naar mama dat ze door moest praten terwijl hij de papieren tekende.
Gebed voor de rechter
Toen ze klaar was, zei de rechter: “Weet je, wij moslims kunnen niet altijd perfect zijn.”
“Dat weet ik”, antwoordde mama. “Ik kan dat ook niet. Daarom hebben we een Redder nodig, een offer voor onze zonden.”
Mama eindigde met gebed voor de rechter. Ze liep blij de rechtszaal uit, ook al wist ze niet hoe het verder zou gaan. “Het was zo mooi om voor deze rechter te kunnen bidden in Jezus’ Naam”, zegt ze.
"We reageren vaak sneller op de piepjes van onze telefoon
dan op wat de Heilige Geest ons te zeggen heeft"
dan op wat de Heilige Geest ons te zeggen heeft"
Na een paar maanden besloten mijn ouders dat het tijd was om Iran te verlaten. We wonen nu in een buurland. Daar trainen mijn ouders Iraanse christenen om leiders te worden. Zo kunnen ze zelf nieuwe kerken in Iran oprichten. Volgens mama zijn de Iraanse christenen heel moedig. Ze hebben geen angst als ze samenkomen, ook al is dat gevaarlijk. Papa en mama leren hen om naar God te luisteren.
Piepjes van de telefoon
Mama mist het leven onder druk in Iran niet. Maar ze mist wel de afhankelijkheid van de Heilige Geest en dat we luisteren naar Zijn leiding.
“In vrije landen hoeven gelovigen niet voorzichtig te zijn als ze het Evangelie delen omdat er weinig risico is. Dat maakt dat we minder luisteren naar wat God wil. We reageren vaak sneller op de piepjes van onze telefoon dan op wat de Heilige Geest ons te zeggen heeft”, vindt mama.
Ze leert mij dat het belangrijk is om ondanks de drukte, elke dag te luisteren naar God. Hij maakt ons duidelijk met wie Hij wil dat we praten over Hem. “Zijn onze oren gespitst op de leiding van de Heilige Geest?” vraagt ze elke dag aan ons. “Het is heel belangrijk om dichtbij Hem te zijn. Je moet echt luisteren in plaats van bezig zijn met je eigen plannen.”
Bid je mee?
Mijn moeder vraagt of jullie willen bidden voor ons als familie. Om vrede en eenheid terwijl wij Hem dienen. Bid ook voor de Iraanse kerk. Vraag God of Hij Zijn genade uitstort ondanks de druk. Dan kan ze heel Iran bereiken met Gods liefde.