De geheime politie viel onze huiskerk binnen

22-06-2023
Zakaria’s* ouders leiden een geheime huiskerk in Iran. Op een dag valt de geheime politie binnen.

Mijn moeder doet de gordijnen dicht. Steeds wordt er zachtjes op de deur geklopt en dan laat ze mensen binnen. De bezoekers doen hun schoenen uit zoals we dat gewend zijn in Iran en gaan in een kring zitten. Sommige vrouwen doen hun hoofddoeken af.

Als iedereen binnen is, doet mijn moeder de deur op slot. Daarna legt ze opgerolde handdoeken voor de deuren zodat er buiten geen geluid te horen is. Mensen die een Bijbel bij zich hebben, doen hem open. Niet iedereen heeft er een. In Iran mogen geen Bijbels gedrukt worden van de islamitische regering, dus we kunnen er alleen een krijgen als mensen Gods Woord ons land binnen smokkelen
of als iemand ze stiekem drukt.
De christenen beginnen met gebed, ze luisteren naar onderwijs, vieren Avondmaal en zingen heel zacht christelijke liederen. Bij het raam houdt steeds iemand de omgeving in de gaten.

Kikkererwtenpasteitjes


Mijn broertje en ik begrepen pas later dat mijn ouders een geheime huiskerk leidden. Op een dag was mama kikkererwtenpasteitjes voor ons aan het bakken. Hmmm, die vind ik heerlijk! Ik was zeven jaar en hij vijf jaar toen de deur van ons appartement in werd getrapt. Het was de geheime politie. “Vrouw, doe je hoofddoek om”,
schreeuwde een agent. Alle agenten waren helemaal in het zwart gekleed. Ze hadden hun gezicht bedenkt en
liepen met hun zware schoenen zomaar over mama’s mooie Perzische tapijt. Papa was niet thuis.
“Mama, mama, wie is dat?” vroegen wij terwijl we trilden van angst. "Het is goed, jongens. Het is de geheime politie. We wisten dat die een keer zou komen."

Alles overhoop


Toen moesten we allemaal op de grond gaan zitten en doorzocht de politie ons appartement. Ze gooiden
alles uit de kasten en trokken meubels omver. Gelukkig hadden papa en mama twee weken geleden net
hun bijbelvoorraad meegegeven aan een andere christen, dus de politie vond niet veel. Twee uur zaten we
op de grond en mama moest zeggen waar papa was. Maar ze wilde niet zeggen dat hij bij een huiskerk-bijeenkomst was. Mama bad dat papa niet thuis zou komen.

Zeven jaar hadden mijn ouders in het buitenland gewoond. Mijn ouders wisten dat Iran christenen nodig had die onderwijs gaven aan mensen die God net hadden leren kennen. Ze wisten hoe gevaarlijk het was maar toch wilden ze gaan. “Je moet je familie aan God toevertrouwen”, had mijn moeder gezegd.

“Voor ons was het zo duidelijk. De vreugde om te gaan was groter dan de angst dat iets zou kunnen gebeuren.” En: “God roept niet alleen Ali (zo heet mijn papa) en mij, maar ook onze kinderen. Hij roept ons samen als gezin en Hij weet wat Hij doet. Eerst kwam papa’s zus tot geloof, toen haar zoons en daarna nog meer familieleden. De huiskerk groeide en groeide. Mensen werden gedoopt en lieten zo hun oude leven al moslim achter.

Zingen voor God


Die avond van de inval kwam papa toch thuis. Hij en mama werden geblinddoekt en meegenomen. In de donkere cel vroeg mama zich af wie voor ons zou zorgen. “Ik probeerde te bidden, maar dat lukte niet
goed. Daarom ging ik zingen. Ik dacht: als ze naar me luisteren, dan horen ze dat ik zing over God die liefdevol is en goed en trouw.” En ze voelde zich steeds moediger.

Na twee weken kwam mijn moeder vrij en mijn vader na een maand. Ze bleven in Iran omdat ze andere christenen wilden blijven bemoedigen. Mijn moeder zei: “Ik zag het kwaad in de ogen van de mensen die mij
gevangen hielden, maar wist dat God erbij was. Hij stond toe dat wij, Zijn kinderen, door een moeilijke
tijd gingen, zodat we Zijn liefde konden laten zien aan de mensen die ons gevangen hielden. Hij houdt zoveel van hen."

*Zacharia is niet zijn echte naam.
Terug naar overzicht